Mijn ouders gingen vroegâh elk weekend wel ergens langs, bij familie, vrienden en ook heul veul vage kennissen.
Als jongetje van 5 trok ik dat niet. Ik was namelijk nogal extreem verlegen. Dus als we ergens op bezoek gingen, bleef Bobske op de deurmat liggen.
No way dat ik een hand gaf, vergeet het maar dat ik je beleefd aankeek en ik ging me al helemaal niet voorstellen.
Ik deed mijn ogen dicht, hield mijn kaken op elkaar en kroop in mijn schulp op de deurmat. Midden tussen de schurftige hondenharen en stinkende zweetjakkers.
Gelukkig hadden mijn ouders een praktische jaren 70 instelling en kreeg ik geen diagnose van een paar hoofdletters of een pilletje. In plaats daarvan zeiden ze: “Praat maar niet tegen hem hoor. Hij komt vanzelf wel een keer om de deur kijken.”
Wat ook zo was. Meestal als er taart of chips of Raak cola was.
Later op de middelbare school, als ik een spreekbeurt moest geven, dan was Bobjakje dus gewoon ziek. No way dat ik voor een klas met kinderen iets ga vertellen over mijn hobby’s. Stel je voor dat ik niet uit mijn woorden kom, of dat ze me uitlachen!
En nog veel later, toen ik als junior consultant van mijn manager weer eens zieltjes moest winnen op een-of-tander congres, kwam ik zo laat mogelijk binnen. Zodat ik zeker wist dat ik al in de zaal kon gaan zitten en geen praatje niemendal met een ander jasje dasje hoefde te doen.
En in de pauze ging ik gewoon zo lang mogelijk op de pot zitten. Dan hoefde ik met niemand langer dan twee minuten te praten en konden er ook geen ongemakkelijke stiltes vallen. Zo een waarbij je seconden hoort wegtikken, het angstbloed je nekvel en wangen rood kleurt en je het liefst per direct onzichtbaar zou willen zijn.
Veel klanten leverde die strategie niet op.
Totdat ik dit een keer tegen mijn coach vertelde. Die zei: “Maar weet je dan niet dat iedereen dat heeft? Dat iedereen, behalve misschien een paar extraverte-theaterartiesten die met elke willekeurige voorbijganger een theekransje op straat willen leuten, het verschrikkelijk vindt om alleen ergens naar binnen te gaan? Alleenzaam aan een drankje te nippen?”
Toen ging er bij mij wel een lampje branden, want als iedereen het eng vindt, dan is het al snel minder eng. Dat is alsof je samen een griezelfilm kijkt, daarna in het donker nog even elkaars hand vasthoudt en heerlijk in slaap valt.
Maar mijn coach zei ook nog wat anders.
Je moet gewoon zorgen dat je altijd een paar vragen op zak hebt. Zodat je iemand kan laten praten. Want hoe verlegen je ook bent, een vraag stellen kun je altijd.
Want weet je wat mooi is. Iedereen praat het liefst over zijn favoriete onderwerp.
ZICHZELF!!
En ja, dat geldt ook voor jou, valse bescheidenaar 😉
Die eenvoudige vragen zijn zo’n beetje het standaard repertoire vragen van een gemiddelde Amerikaan. Hi, hoe gaat het, wie ben je, wat doe je, waar kom je vandaan en waarom ben je hier.
Genoeg voor een praatje pot, het breekt het ijs én geeft je de kans om die felrode kleur in je wangen wat te laten zakken. Ik heb het inmiddels al honderden keren gedaan en het werkt altijd.
Is je gesprekspartner een beetje interessant, dan is de kans groot dat je daarna een heerlijk geanimeerd gesprek kunt voeren. Is dat niet zo, dan neem je netjes afscheid en je gaat naar de volgende koffietafel.
Als HR-professional ben je meestal wat socialer dan de gemiddelde nerd of het verlegen Bobje dat op de mat lag. Dus jij kent deze hele simpele vragen waarschijnlijk allang.
Maar ken je ook de vervolgvragen?
De vragen die je moet stellen om erachter te komen wat er écht aan de hand is met die medewerker? En hoe je weet wat die dwarse of overambitieuze medewerker nu echt beweegt?
En weet jij welke vraag je moet stellen om de onverdeelde aandacht te krijgen van je manager? Zodat je eindelijk dat project mag gaan doen dat bovenaan jouw lijst staat?
De kunst van goede vragen stellen, is een van de belangrijkste onderdelen van jouw vak. Maar je manager, de directie, de medewerkers, de OR, jouw leidinggevende, ze spreken allemaal een andere taal. En al die talen moet jij beheersen.
Hoe dat werkt, welke vragen je bijvoorbeeld precies aan wie kunt stellen en hoe je een betere HR-adviseur wordt, dat leer je in het vernieuwde BG magazine Plus en Vip programma dat binnenkort start.
Het is een jaarprogramma voor HR-professionals die echt beter willen worden in hun vak.
Daarin leer je van de ervaringen van tientallen HR-experts. En je komt ook in contact met andere gelijkgestemde HR-professionals.
Je krijgt toegang tot onze beste HR-geheimen van de afgelopen 10 jaar. Ervaringen die we hebben opgedaan bij het adviseren van honderden organisaties.
En we hebben het over HR-thema’s die jou bezighouden. Waar je misschien zelfs wel wakker van ligt. Of alleen maar van durft te dromen.
Als je meer wilt weten, check dan even de speciale pagina. Daar vind je alle details. Op dit moment geldt een hele interessante introductieprijs.