Waarom Adolf niet je vriend is als je op zijn landgoed mag komen
20 juni 2022 
2 min. leestijd

Waarom Adolf niet je vriend is als je op zijn landgoed mag komen

In 1938 ging Arthur Neville Chamberlain, op dat moment minister president van Groot Brittannië, een aantal keren op bezoek bij Adolf Hitler. 

Ze hadden urenlange gesprekken en konden het goed met elkaar vinden. Chamberlain werd zelfs uitgenodigd op het landgoed van Hitler in de bergen. Om daar gezellig met Adolf en Blonda, de Duitse Herder, te gaan wandelen. 

Na deze bezoeken keerde hij tot twee keer toe als held terug. Ten overstaan van de hele internationale pers claimde hij dat hij ‘Peace in our time’ had bereikt. 

Waarom? Omdat Hitler hem had verzekerd dat hij ook voor vrede was. Omdat hij hem had verzekerd dat hij ook het beste voor had met de mensheid. 

En omdat Adolf dit, terwijl Arthur een Bittburger dronk en Adolf een gespritzer Appfelsaft, in zijn meisjeshandschrift op een ‘bierviltje’ had geschreven. 

En Hitler was een man van zijn woord, voegde Chamberlain eraan toe. Want, Hitler begroette hem met beide handen. En dat voorrecht hadden alleen zijn echte vrienden. 

Was Arthur Chamberlain nu zo naïef? 

Nou nee, niet echt. Adolf Hitler werd in 1938 'Man of the Year' van Time Magazine en in 1939 werd hij zelfs voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede... 

Dus tot ver in 1939 vonden heel veel mensen Adolf best wel een toffe peer. Dat was, met de kennis die we nu hebben, meer dan naïef. 

Maar jij had toen waarschijnlijk precies hetzelfde gedacht. Want Arthur, jij en ik hebben iets gemeen. 

Namelijk, dat we andere mensen voortdurend verkeerd inschatten op basis van persoonlijke ontmoetingen. Dat het voor ons onmogelijk is om iemand die we niet kennen, open en onbevooroordeeld tegemoet te treden. 

Omdat we binnen een paar seconden al een mening vormen over die persoon en we er tijdens een gesprek alles aan doen om die eerste indruk overeind te houden. 

Ofwel, als je iemand sympathiek vindt, dan stel je aardige vragen die diegene sympathieker maken. Vind je iemand onaardig of arrogant? Dan stel je lastige vragen die jouw beeld bevestigen. 

En dat is precies wat er ook gebeurt tijdens misschien wel het belangrijkste onderdeel van het recruitmentproces: het sollicitatiegesprek. 

Gelukkig is er ook een manier om sollicitatiegesprekken te voeren waarbij je dit kunt voorkomen. Door je als een wetenschapper te gedragen. 

Zodat je niet meer bezig bent met het frisse of juist slonzige uiterlijk van je kandidaat, die schattige Broabantse tongval, of die buitenlands klinkende achternaam. 

Omdat je in een spreekwoordelijke laboratoriumjas analyseert of iemand geschikt is of ongeschikt. In een sollicitatielaboratorium waar alle vragen van tevoren vast staan. 

Waarbij je ook afspreekt wie die vragen stelt. Zodat je niet de fout maakt iemand aardig te vinden of onaardig en daar allemaal vragen bij gaat verzinnen. 

Hoe je zo'n gesprek voert, welke vragen je dan stelt en hoe je dit voorbereidt, vertel ik je in de Masterclass over Recruitment. Je weet daarna ook: 
  • Waarom je managers nooit alleen een gesprek met een kandidaat moet laten voeren. 
  • Hoe je, door je als een wetenschapper te gedragen, heel eenvoudig de best passende kandidaten selecteert. 
  • Waarom een manager, die geen tijd heeft om samen met jou een goed profiel op te stellen, beter maar een andere baan kan gaan zoeken. 
  • Welke paar kleine dingen je toevoegt aan je functieprofiel, waardoor bij voorbaat kansloze kandidaten niet eens meer de moeite nemen om te reageren.
  • Waarom hele goede arbeidsvoorwaarden juist tegen je kunnen werken. 
  • Hoe je voorkomt dat je met cliché-vragen steeds cliché-medewerkers aanneemt.
  • De drie dingen die je in een functieprofiel zet, zodat alleen de best passende kandidaten reageren. 
Je bestelt de masterclass deze week met 50% korting. Je betaal dus geen € 125,-- maar slechts € 62,50.