Stel, je bent 25 en je wordt wakker in een Frans ziekenhuis. Je hebt een auto-ongeluk gehad en je kunt je niets nada niente meer herinneren.
Dus je weet niet eens je eigenste naam, je herkent je ouders niet en al helemaal niet je vriendje die bezorgd naast je bed staat.
Als je ouders foto's meenemen van een kwart eeuw leven, dan herken je niet je bloempotkapsel van toen je acht was, niet je knuffelfluf die helemaal ranzig afgelebberd is, niet je pony die je zoveel wortels gaf dattie met hoefkatrol naar de slacht moest.
Nope, helemaal niets. 25 jaar zijn in rook opgegaan. Zelfs als je spruitjes ruikt - iets waar je vroeger van walgde - denk je niets. Alsof je niet hebt bestaan. Het is een grote holle leegte in die donkere bovenkamer van Damocles van je. Behalve één ding.
Want er is zo'n liedje op de radio. En je zegt: "Wie is dat? Want ik denk dat ik dat liedje ken".
Fijn voor jou, dat het niet een tergend tenenkrommende tranentrekkert van Jantje Smit is, maar een liedje van Depeche Mode. Want dat liedje is dus de enige herinnering van de afgelopen 25 jaar.
Anton Corbijn filmde vijf superfans die toeleven naar een concert van Depeche Mode in Berlijn. Volgens Corbijn is DM de grootste cult band ter wereld.
De film toont het verhaal hoe muziek mensen verbindt. Of ze nu uit Mongolië komen, geen woord Engels spreken en dat leren via de teksten van DM, of uit een dictatorstaat, waar alleen illegale cassettes te krijgen zijn.
Over een gescheiden vader die ooit samen met zijn kinderen een DM-coverband begon, een hit werd op Joetoep en nu de hele wereld over reist met zijn DMK. Het is ook een verhaal over hoe muziek troost geeft.
En, in het geval van de Française Carin, hoe je je leven weer kunt reconstrueren aan de hand van liedjes van Depeche Mode. Of dat nu waar is of niet, het is een mooie gedachte.
Maar het is vooral een verhaal van mensen die intens gelukkig worden van muziek. Die laat zien wat geluk met je kan doen.
En het laat ook zien, dat het niet nodig is om de hele dag maar gelukkig te zijn. Dat het soms volstaat als je een concert van twee uur kunt zien van je favoriete band.
Zo zit het ook met werkgeluk. Medewerkers hoeven dus echt niet de hele dag gelukkig te zijn om beter te presteren. Een beetje werkgeluk doet al wonderen.
Over werkgeluk heb ik een tijdje terug een masterclass opgenomen samen met werkgeluk deskundige Cindy Stechweij. We hebben het trouwens niet over unicorns en andere hipster speeltjes, wel over waarom werkgeluk niet op je HR-agenda mag ontbreken.
In de Masterclass over Werkgeluk leer je onder meer:
- Hoe een soft HR-thema als werkgeluk zorgt voor tientallen procenten meer omzet en winst. Veel meer dan welke flitsende strategie dan ook.
- Waarom wilde bedrijfsfeesten, pingpongtafels en vergaderen in de ballenbak helemaal niets te maken hebben met werkgeluk, en ook wat je dan wel kunt doen.
- Hoe het komt, dat veel mensen jeuk krijgen van werkgeluk en waarom je er toch mee aan de slag moet.
- Hoe het komt, dat veel bedrijven denken bezig te zijn met werkgeluk, maar eigenlijk doen aan werkgelul, en hoe jij dat voorkomt.
- Hoe je met zelfs een beperkt budget, hele grote resultaten kunt boeken.
- Waarom één op de acht medewerkers een burn-out krijgt, maar (werk)gelukkige medewerkers bijna nooit.