Maak gewoon eens een belachelijke sprong
09 januari 2023 
2 min. leestijd

Maak gewoon eens een belachelijke sprong

Van kleins af aan deed Dick niets liever dan zo hoog mogelijk springen. Dus als de juf tijdens het gymmen zei dat ze gingen kijken wie het hoogst kon springen, stond Dick met zijn sproetneusje vooraan.

Ergens in zijn pubertijd, terwijl al zijn klasgenoten één voor één over de stok sprongen die steeds een stukje hoger kwam te liggen, gebeurde er iets bijzonders.

Want als je veel pubers op een rij zet en er valt wat te zien, dan blijf de rij niet kaarsrecht maar gaat een beetje uitwaaieren. De rij kwam langzaam scheef voor de stok te staan, zodat alle kinderen het goed konden zien. 

De lat lag inmiddels op een meter zestig of zo en Dick nam vanuit de rij een inmiddels heel schuin aanloopje vanaf de zijkant.

En kwam helemaal verkeerd uit, waardoor hij een extra stap moest zetten met zijn rechtervoet, net voor het springen een gekke draai van bijna 180 graden moest maken en niet meer zag waar hij sprong. 

Maar eerst met zijn rug over de stok heenging en daarna pas zijn benen volgden, en achterover op het kussen viel. Waarna de monden van zijn klasgenoten openvielen, omdat hij met zijn gekke rugsprong het schoolrecord met minstens 30 centimeter verpulverde.

En zo werd een olympisch kampioen geboren, want in 1968 spong hij met zijn beroemd geworden Fosburyflop, een olympisch record van maar liefst 2,24 meter.

Tegenwoordig gebruiken alle hoogspringers deze techniek, maar dacht je nu dat deze man vanaf dag één gelauwerd werd om zijn revolutie? 

Nou nee, want iedereen lachte hem uit om zijn rare techniek, die wel een beetje leek op de spong van een dolfijn. Times Magazine riep het zelfs uit tot meest belachelijke hoogspringtechniek ooit, en er waren natuurlijk ook de slechte verliezers die zich hardop afvroegen of deze techniek wel legaal was.

Maar tot het chagrijn van velen, won Dick dus gewoon de Olympische Spelen. Waarna hij zijn eigen kunnen versimpelde door te zeggen, dat de techniek maar voor 10% bepalend was voor de spong en het eigenlijk veel meer ging om de sprongkracht.

En toch zit er een wijze les in Dick; hij trok zich niets aan van de gymjuf of de trainers. Het interesseerde hem niet wat de standaardtechniek was voor hoogspringen. Hij probeerde andere uit, zelfs als zijn trainers hem straften en hij keihard werd uitgelachen door alles en iedereen. 

Want hij wilde maar één ding: hoger springen dan anderen.

In het vakgebied HR heb je ook allemaal zogenaamde bewezen technieken. Dingen die iedereen doet. Die tot norm zijn verheven. 

De manier waarop je sollicitatiegesprekken voert, hoe de beoordelingsgesprekken worden gevoerd, de manier waarop de beloning worden bepaald, of opleidingstrajecten. De wijze waarop je een nieuwe arbodienst selecteert of hoe je omgaat met een onderwerp als duurzame inzetbaarheid en vitaliteit, en ga zo maar.

Vraag je deze week eens af hoe dat bij jou zit. Dus welke techniek gebruik jij eigenlijk? En wat zou er gebeuren als je iets anders gaat doen? 

Ik ben benieuwd. Laat je het me weten? Ook als je nu iets heel anders doet of probeert. Ik beloof je, dat ik je niet zal uitlachen maar het vol interesse zal lezen.

Jump! Jump! Jump!