Sinds mijn buik vol buskruit is ontploft, sta ik hier moedertjeziel alleen.
In weer en wind, in goede tijden en in slechte tijden. Ik maakte honger mee, oorlogen, opstanden, zelfs de pest heb ik gezien vanaf mijn zetel die rust op leren huiden.
Maar wat er ook gebeurt, de mensen zijn altijd lief voor mij.
Behalve die Bisschop van Utrecht, die vond dat ik te lang werd. Sindsdien ben ik wel een kopje kleiner gemaakt.
Maar ja, bijna honderd meter hoog is echt geen schande voor een toren. De gids die hier de rondleidingen doet, vertelt altijd dat ik de op drie na hoogste toren van Nederland ben.
Misschien is het mijn leeftijd, misschien mijn imposante postuur, of misschien wel de prachtige beelden die mij aan de buitenkant versieren, maar als mensen langs me lopen kijken ze altijd naar me.
Dat doet ook de bewoner van nummer 14. Die komt elke dag en steekt zelfs zijn hand naar me op ter groet.
Ik zou graag teruggroeten, gewoon een klein knikje doen met mijn torenspits, maar ik heb voorlopig weinig anders dan mijn klokgelui of de wind door mijn pinakels om hem goedendag te zeggen.
Hierboven zie ik trouwens alles, niet alleen die van nummer 14, maar ook die van 12, met dat miljoenenappartement, en die van 26g, waar zes mensen en een Afghaanse windhond in een kippenhok wonen.
Ik overzie trouwens niet alleen de straat onder mij aan de Westsingel, maar de hele stad, en niets of niemand kan zich voor mij verbergen.
Niet alleen de pleinen vol vertier en de straten vol kooplustige bewoners, maar ook de verborgen hoekjes, de binnentuinen waar mensen zich veilig wanen, de huizen waar de gordijnen altijd gesloten zijn, de kroegen in het nachtelijk duister en de steegjes achteraf.
Bovendien heb ik nog een paar extra ogen. Ogen die in mij rusten, die kalm in mij broeden, tot ze honger krijgen en er met een schreeuw op uit trekken.
Soms droom ik, dat mijn toorn zich op een dag zal manifesteren. Dat ik, de Lieve Vrouwe van Amersfoort het Sodom en Gomorra van de binnenstad zal verdelgen met mijn bakstenen wraak.
Dat ik mijn fundering zal verlaten, zal omvallen in een hoek die ik vooraf goed heb uitgekiend en onder mij de zondaars laat schreeuwen en huilen van berouw.
Maar dit zijn slechts de mijmeringen van een oude verbitterde vrouw die ooit haar buik kwijtraakte en nooit meer een kind zal baren. En het doet geen recht aan de vriendelijke bewoners van de stad, of aan de vriendelijke heer die me elke morgen groet.
Daarover gesproken, ik heb hem al een paar dagen niet gezien. Zou de pest hem te pakken hebben gekregen? Of hoe heet die ziekte ook alweer waar het de laatste paar jaar steeds maar over gaat?
Oh hemeltje, het is bijna half elf en dat betekent dat ik even mijn klokken moet gaan luiden. Welk melodietje was het ook al weer?
Haha, ik zie dat die baksteen van nummer 14 al zijn handen voor zijn oren doet. Nog geen 102 jaar oud en nu al zulke gevoelige oren.
Als jij nu net als ik een stad vol lieve mensen koestert, als je het belangrijk vindt dat ze fit zijn en niet omvallen, vergeet dan niet om regelmatig een PMO te doen. Dat is kort voor Preventief Medisch Onderzoek.
Met een Preventief Medisch Onderzoek krijg je snel inzicht in hoe het ervoor staat met het welzijn van je medewerkers.
Want een oude dame als ik kan het weten als je niet goed voor jezelf en je naasten zorgt, dan val je een keer om.
Meer weten, kijk dan eens op de speciale pagina over PMO.
>>> Bekijk de speciale PMO pagina
Tot morgen.
Onze Lieve Vrouwetoren a.k.a. De Lange Jan, in afwezigheid van Bob Zeegers