Duurzame Inzetbaarheidslessen van een mottenverdelge
10 december 2020 
2 min. leestijd

Duurzame Inzetbaarheidslessen van een mottenverdelge

Eerst probeerde Hans het met een grootverpakking mottenballen. Maar behalve dat de hele kas opeens naar misselijkmakende mottenballen meurde en niet naar hyacinten, vretsten die rotmotten nog steeds al zijn bloemen op.

Daarna trok hij een blik Polen open om ’s nachts op verderfelijke nachtvlinders te jagen. Maar die Polen gingen de derde nacht al Slivovitsj-parties houden en vertrapten ergens tussen de Mazurka en de Polonez drie velden vol witte kersthyacinten die klaar waren om te oogsten.

Een tijdje is Hans toen zelf maar op nachtjacht gegaan. Pakte het vlindernetje van zijn zoon en danste in zijn witte lange onderbroek in het maanlicht steeds verdwaaster rond in de kas.

Tot hij op zondag toch wat raar aangekeken werd in de kark toen hij met luciferhoutjes en hangwallen tot aan zijn bovenlip de dienst kwam bijwonen.

En toen was daar Bram. Die had op zijn drie dee printert een mottenterminator gefabriceerd. En die machine jaagt nu ’s nachts onvermoeibaar op de motten. En dat werkt zo goed, dat binnen een week al een einde is gemaakt aan deze plaag van apocalyptische proporties.

De beelden van deze verdelgingsmasjien zijn zo schokkend, dat je ze niet net voor je lunch moet bekijken en al helemaal niet aan al te kwetsbare managers moet laten zien.

Het enige wat die mottendroon – want dat is het – nog nodig heeft, is een volle accu en elke ochtend een onderhoudsbeurtje om wat mottenlijkjes en verknipte vleugels uit de propellers te peuteren.

Bram kan weer rustig slapen, de mottenballen staan op marktplaats en de Polen zijn naar huis om Kerst te vieren. Eind goed, al goed, behalve voor de motten dan.

Het is iets om over na te denken als je gaat beginnen met duurzame inzetbaarheid.

Want als iets gaat doen met duurzame inzetbaarheid, dan wil je geen oplossing waar je slapeloze nachten van krijgt.

Of een kek ideetje waardoor al jouw mooie bloemenvelden worden vertrapt.

En als de kantine ineens naar gefermenteerde bloemkool gaat meuren, is dat meestal ook niet zo’n goed idee.

Nee, wat je wilt is een duurzaam inzetbaarheidsplan dat jaren meekan, dat geschikt is voor alle bloemetjes en bijtjes in jouw organisatie, en waar medewerkers niet alleen de volgende kerst mee halen, maar ook hun pensioen. Of liever nog, ver daarna.

Maar dan moet je dus wel een goede basis leggen. Eentje die je misschien af en toe even aan de accu legt, maar die er dan weer een heel jaar tegenaan gaat.

Die onvermoeibaar is en alle irritante zuurbekjes in jouw organisatie opspoort en ze gewoon vermorzelt, voordat ze jouw DI-plan kunnen bezoedelen.

Hoe je een goede basis legt voor een veld vol prachtige DI-ruikertjes, leer je in de online minitraining Duurzame Inzetbaarheid.

De mini-training doe ik samen met Pauline Miedema en is een voorproefje van het nieuwe BG magazine Plus programma dat in januari begint.

De afgelopen twee keer zat deze training vol met mottenhatende HR-professionals, die als de mottenvanger van Hamelen helemaal los gingen op het maken van hun eigen DI-drone.

Daarom doen we hem nu nog een keer voor het laatst dit jaar, want daarna gaan we in petit comité Kerst vieren en onze machines even een onderhoudsbeurt geven.

De training is 14 december, duurt maximaal 90 minuten, is gratis en je kunt je hieronder aanmelden:

Aanmelden gratis training Duurzame Inzetbaarheid in goede en slechte tijden