Ik was een vondeling
Toen ik een jaar of 8 was, schreef ik mijn ouders een brief waarin ik ze vertelde dat ik bij ze weg zou gaan.
Ze hadden goed voor me gezorgd. En ik was ze daar ontzettend dankbaar voor. Zeker omdat ze voor een vondeling als ik net zo hadden gezorgd als voor hun echte kinderen.
Maar voordat mijn vader een ongeluk zou krijgen en ik verkocht zou moeten worden, koos ik ervoor om zelf weg te gaan en op zoek te gaan naar mijn eigen familie.
Je herkent hierin vast wel het verhaal van ‘Alleen op de wereld’ van Hector Malot.
Het boek gaat over Remi, de kleine vondeling, die niet meer bij zijn pleegmoeder Barberin kan wonen, omdat zijn vader een ongeluk heeft gehad en daarom wordt verkocht aan Vitalis, een rondreizend circusartiest.
Ze zwerven samen met drie honden Capi, Dolce en Zerbino, en de aap Joli-Cœur door Frankrijk. Uiteindelijk vindt Remi natuurlijk zijn echte familie, maar niet voordat hij allemaal avonturen beleeft, zijn reismaatje Vitalis verliest en verschrikkelijke dingen meemaakt.
Ik was zo gebiologeerd door het verhaal - en blijkbaar vond ik mezelf zo anders dan mijn ouders en mijn broer en zus - dat ik er heilig van overtuigd was, dat ik zelf ook een vondeling was. En daarom schreef ik dus die brief.
De brief legde ik op mijn kamer en ondertekende het met…
de naam van mijn broer.
Vraag me niet waarom, maar blijkbaar zei iets in mij dat er misschien toch iets niet klopte. Of wist ik niet zo goed hoe ze zouden reageren, of dat ze heel boos zouden worden.
Maar hoe dan ook, de avond voordat ik zou vertrekken, lag ik in bed te woelen en draaien en kon niet slapen.
Misschien hoopte ik dat mijn ouders naar boven zouden komen, me in hun armen zouden nemen en zouden vertellen dat ze mij helemaal nooit zouden verkopen, dat ik natuurlijk wel hun kind was - of wat dan ook zouden zeggen - zodat ik helemaal niet weg hoefde te gaan.
Wat elk kind en elk mens nodig heeft, liefde voor wie of wat je ook bent.
Of ik uiteindelijk de volgende dag de wereld ben ingegaan of gewoon toch maar naar school, weet ik niet meer. Misschien heb ik de brief wel geschreven maar nooit neergelegd. Toen ik het mijn ouders laatst een keer vroeg, wisten ze nergens van.
Dus misschien is het een van de mysteries van een kinderleven, waarbij je zeker weet dat er iets is gebeurd, terwijl het in werkelijkheid niet heeft plaatsgevonden.
Wat ik nog wel weet, is de verdrietige en tegelijkertijd prachtige scène uit het boek waarbij Remi van de ijzige kou gered wordt door zijn trouwe vrienden Capi, Dolce en Zerbino.
Tijdens een nacht is het ijzig koud en omdat rondreizende artiesten natuurlijk altijd buiten slapen, doen ze dat ook als er een sneeuwstorm over hen heen raast en het misschien wel tien graden onder nul is.
Zijn trouwe hondenmakkers gaan tegen hem aanliggen en zelfs op hem liggen, en zo overleeft Remi de storm. Maar Vitalis niet, die haalt de ochtend niet en sterft.
Remi is gered door zijn honden.
Dat is nog een les die we kunnen leren van honden. Want door dik en dun blijven ze bij hun roedel. Zelfs als dit ten koste gaat van hun eigen leven of gezondheid, zullen ze er alles aan doen om jou te beschermen.
En ja, ik denk dat als je net zo lief bent voor een medewerkers als voor een hond, dat die je dan ook door dik en dun steunt. Zelfs als dit ten koste gaat van zijn gezondheid.
Dit verhaaltje komt waarschijnlijk wel in mijn nieuwe boek. Deze week ben ik namelijk weer begonnen met het schrijven in ijzeren regime. Dus elke dag zes uur opstaan en dan een paar uur schrijven.
Het hoofdstuk waar dit verhaaltje in komt te staan, heet 'zeven lessen van een dode hond'. Want van een hond kun je ongelofelijk veel leren. Ook - of juist - als het om mensen gaat.
Mocht je ooit een wijze les geleerd hebben van een dode hond (of ander huisdier), ik ben een en al oren. Stuur je me reply op deze mail?
Mocht je in de tussentijd niet kunnen wachten en heb je mijn eerste boek 'HR met Ballen' nog niet? Bestel het hieronder via de link.
Bestel het boek 'HR met Ballen' >>>